GEBED IEDERE DAG

Gebed met de heiligen
Woord van god elke dag

Gebed met de heiligen

Gedachtenis van de heilige Damiaan van Molokaï. Hij bood zich vrijwillig aan om op het Hawaiaanse eiland de verbannen melaatsen bij te staan. Hij kwam aan op de melaatsenkolonie op 10 mei 1873 en bleef er tot hij op 15 april 1889 stierf, melaats met de melaatsen. Aan hem ontlenen de restaurants voor armen en thuislozen "Kamiano" van Sant'Egidio in België hun naam. Lees meer

Libretto DEL GIORNO
Gebed met de heiligen
Vrijdag 10 mei

Gedachtenis van de heilige Damiaan van Molokaï. Hij bood zich vrijwillig aan om op het Hawaiaanse eiland de verbannen melaatsen bij te staan. Hij kwam aan op de melaatsenkolonie op 10 mei 1873 en bleef er tot hij op 15 april 1889 stierf, melaats met de melaatsen. Aan hem ontlenen de restaurants voor armen en thuislozen "Kamiano" van Sant'Egidio in België hun naam.


Lezing van Gods Woord

Alleluia, alleluia, alleluia !

Gij zijt een uitverkoren stam,
een koninklijk priestervolk, een heilige natie,
een volk door God verworven
om zijn grote daden te verkondigen.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Johannes 16,20-23

Waarachtig, Ik verzeker jullie: je zult treuren en weeklagen te midden van een wereld die zich zal verheugen. Maar ook al zijn jullie bedroefd, jullie droefheid zal in vreugde verkeren. Wanneer een vrouw moet bevallen, heeft ze het zwaar, omdat haar uur gekomen is; maar is het kind eenmaal geboren, dan denkt ze niet meer aan haar benauwdheid, uit pure vreugde, omdat er een mens ter wereld is gekomen. Zo hebben ook jullie het nu wel zwaar, maar Ik zal jullie weerzien en jullie hart zal vol vreugde zijn, een vreugde die niemand je ooit kan ontnemen. Op die dag zul je Mij geen uitleg meer te vragen hebben. Waarachtig, Ik verzeker jullie: wat jullie de Vader ook zullen vragen in mijn naam, Hij zal het jullie geven.

[Copyright © 1995 Katholieke Bijbelstichting]

 

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jullie zullen heilig zijn,
want Ik ben heilig, zegt de Heer.

Alleluia, alleluia, alleluia !

Jezus vergelijkt het geloof met een bevalling na een lange en moeizame zwangerschap. Geloof is geen ingeving van iemand die zichzelf geniaal vindt en daarom gaat geloven, en het is evenmin het spontane gevolg van onze manier van leven. Je wordt niet als christen geboren, maar je wordt het, en wel door een serieuze verbintenis aan te gaan. Net zoals de vrouw tijdens een zwangerschap persoonlijk deel heeft aan de groei van het nieuwe leven dat in haar schoot wordt verwelkomd, terwijl de ontwikkeling van het kind niet het resultaat is van haar verdienste of een of andere bruidsschat, zo groeit en ontwikkelt het woord van God, als het in iemands hart wordt verwelkomd. Zo ontstaat nieuw leven, niet omdat we het bijzonder verdienen of omdat we zo bekwaam zijn, maar omdat het woord van God met kracht werkzaam is in degenen die het verwelkomen, ondanks de duizenden moeilijkheden die we maar al te vaak tegenkomen. Om het woord van God te beleven mogen we ons niet laten ontmoedigen door de moeilijkheden die we vaak ondervinden, door onze eigen beperkingen of door het gemak waarmee we het door onze vingers laten glippen omdat we het te weinig beluisteren of omdat we denken dat we het al kennen. Het werk van de ontmoeting met het woord van God vereist geduld en volharding. Als we het woord van God toelaten in ons hart en ons er niet tegen verzetten, zullen we de innerlijke mens in ons voelen groeien. Dat is de gave waarover het evangelie spreekt. En niemand kan ons die afnemen, want ze is de vrucht van trouw luisteren.

Het gebed is het hart van het leven van de Gemeenschap van Sant’Egidio. Het is haar eerste “werk”. Aan het einde van de dag komt elke Gemeenschap, of die nu klein of groot is, samen bij de Heer om het Woord te beluisteren en zich tot Hem te richten in het gebed. De leerlingen kunnen niet anders dan aan de voeten van Jezus zitten, zoals Maria van Bethanië, om het “betere deel” te kiezen (Lc 10, 42) en van Hem zijn gezindheid te leren (vgl. Fil 2, 5).

Elke keer dat de Gemeenschap zich tot de Heer richt, maakt ze zich die vraag eigen van de anonieme leerling: “Heer, leer ons bidden!” (Lc 11, 1). En Jezus, meester in het gebed, antwoordt: “Wanneer jullie bidden, zeg dan: Abba, Vader”.

Wanneer we bidden, ook in de geslotenheid van ons eigen hart, zijn we nooit alleen of verweesd. Integendeel, we zijn leden van de familie van de Heer. In het gemeenschappelijk gebed wordt naast het mysterie van het kindschap, ook dat van de broederschap en zusterschap duidelijk.

De Gemeenschappen van Sant’Egidio, verspreid over de wereld, verzamelen zich op de verschillende plaatsen die gekozen zijn voor het gebed en brengen de hoop en het verdriet van de “uitgeputte en hulpeloze mensenmenigte” waarover het Evangelie spreekt (Mt 9, 37) bij de Heer. Deze oude menigte omvat de inwoners van onze hedendaagse steden, de armen die zich bevinden in de marge van het leven, en iedereen die wacht om als dagloner te worden aangenomen (vgl. Mt 20).

Het gemeenschappelijk gebed verzamelt de schreeuw, de hoop, het verlangen naar vrede, genezing, zin en redding, die beleefd worden door de mannen en vrouwen van deze wereld. Het gebed is nooit leeg. Het stijgt onophoudelijk op naar de Heer opdat verdriet verandert in vreugde, wanhoop in blijheid, angst in hoop, eenzaamheid in gemeenschap. En het rijk Gods zal spoedig temidden van de mensen komen.